Autisme behandelen
Het is niet zo dat anderen onze problemen kunnen oplossen. Dat moet je zelf doen. Je open stellen voor hulp, dat is minstens de helft. Niet de makkelijkste helft, met autisme. De andere helft is maatregelen nemen (prikkels doseren, structuur, hulptroepen inschakelen) om weer op de rit te komen en te blijven. Het gaat niet om de diagnose, maar om de “interventies”.
Wat zijn die interventies?
Niets doen is geen optie.
Ik geloof dat je mensen aan de meest linkse linkerkant van het spectrum, die 2,5% die we autisme proberen te noemen, vroegtijdig stressherkenning en stresshantering moet aanleren, evenals zo veel als mogelijk sociale vaardigheden (bijvoorbeeld aanleren van situaties met toneellessen), prikkelarm en voorspelbaar maken van de omgeving en de nodige interventies op thuis, op school en op het werk.
Het mooiste is inderdaad om te gaan interveniëren wanneer iemand nog niet is gestrand. Waarom behandelen als je nog goed functioneert? Om te zorgen dat je goed blijft functioneren. Om dezelfde reden ben ik blij met mijn diagnose, nu ik nog goed functioneer. Het afbraakrisico is groot, soms voelbaar. Terwijl ik mezelf doorgaans als stabiel en succesvol ervaar. Ik heb geen zin in een burn-out. Liever nu een paar kleine aanpassingen en gesprekken met mensen die veel verstand hebben van autisme, dan straks de lange weg terug. Dat is de afweging die ik gemaakt heb.
Toch blijft de vraag: waarom diagnosticeren? Waarom niet de hele reutel standaard aanbieden? G-schema’s, structuur, visueel aanbieden van lesstof, weten wat je sterke en minder sterke kanten zijn, trainen op sociale vaardigheden, er zijn waarschijnlijk veel meer mensen die hier wel bij varen.
[white_box]In de categorie ‘Uit de kast’:
[three_columns_one]


[/three_columns_one]
[three_columns_one]


[/three_columns_one]
[three_columns_one_last]


[/three_columns_one_last][divider][/white_box]